Sinds de stormachtige opkomst van kitesurfen heeft windsurfen een klein stapje terug moeten doen. Ondanks dat is windsurfen razend populair gebleven in Nederland en zijn er heel veel landgenoten die nog regelmatig met een windsurfboard over het water racen.
Meer(tjes), rivier(mondingen) en de zee (Noordzee of Waddenzee) zijn de drie locaties waar je in Nederland kunt windsurfen. Windsurfen op de Noordzee geeft uiteraard de grootste kick. Door de golven kun je hele hoge sprongen maken en kun je bovendien golfrijden. Windsurfers die graag op de Noordzee gaan varen kiezen het liefst voor het Zuid-Hollandse Scheveningen of voor het Noord-Hollandse Wijk aan Zee. Echter ook voor de kust van Bergen aan Zee zijn vaak windsurfers te spotten. Iedereen die op de Noordzee gaat windsurfen moet een vijftal facetten goed in de gaten houden: de wind, golven, zandbanken, stroming en de branding.
Wind
Wind is onontbeerlijk om te kunnen windsurfen. Als je gaat windsurfen is het van belang dat je de windkracht goed inschat. Bij een bepaalde windkracht hoort namelijk een bepaalde zeilkeuze. Een te klein zeil zal ervoor zorgen dat je tussen de brekende golven ronddobbert en niet door de wind wordt voortgestuwd. Als je daarentegen voor een te groot zeil kiest, vlieg je op een ongecontroleerde manier over de golven heen en riskeer je een verre wandeling over het strand om weer bij het beginpunt te komen.
Een juiste windrichting is ook van belang als je gaat windsurfen. Het meest optimaal is wanneer de wind evenwijdig aan de vloedlijn waait, de zogenaamde sideshore windrichting. Bij de sideshore windrichting vaar je recht de zee in, over de brekende golven. Bij een onshore windrichting (aanlandige wind) staat de wind recht op de kustlijn waardoor je gedwongen wordt om evenwijdig aan de kust te varen. Als je gaat windsurfen is aanlandige wind niet gewenst. Door de aanlandige wind is het moeilijk om grote golven te ontwijken, om vaart te maken en om buiten de zone van brekende golven te komen en te blijven. De aanlandige wind blaast de windsurfer constant op het strand.
Windsurfers die ‘aan de wind’ varen ondervinden ook moeilijkheden. Zij ontwikkelen namelijk geen goede snelheid, daarnaast nemen de grote golven de wind uit de zeilen. Een offshore windrichting is ook niet gewenst; de wind is dan te vlagerig. Om een ideale sideshore windrichting te krijgen heb je op de windsurflocaties in Noord-Holland een wind nodig van 190-200 graden en in de Zuid-Holland geldt een wind van 220 graden.
Golven
Golven zijn een ander aspect waar een windsurfer op de Noordzee mee te maken krijgt. De wind staat aan de geboortewieg van golven. Ergens op de volle zee blaast de wind een rimpel in het water. Door deze rimpel krijgt de wind meer vat op het water en wordt de golf steeds groter. De uiteindelijke grootte van de golf hangt af van een drietal aspecten: de windkracht, hoelang de wind blaast en de diepte van het water.
Als op de oceaan golven ontstaan die richting Nederland denderen, gaan deze golven zich verzamelen in zogenaamde ‘sets’. Een set golven bestaat meestal uit een drietal golven die wat groter zijn dan de rest. Des te langer de reis duurt voordat de golven bij de kust zijn, des te groter de afstand is tussen de golven. De golfperiode wordt weergegeven in seconden, in Nederland heeft de golfperiode een duur van 5 of 6 seconden. Sommige eilanden, die midden in de diepe oceaan liggen, kennen een golfperiode van wel 16 seconden.
Als een golf uiteindelijk in het ondiepe kustwater aankomt, wordt de onderkant van de golf vertraagd. De onderkant van de golf wordt uiteindelijk ingehaald door de bovenkant waardoor de golf steiler wordt en uiteindelijk breekt. De kracht waarmee de golf uiteindelijk breekt hangt af van de snelheid van de golf en de grootte van de overgang tussen het diepe en ondiepe water. Tussen Nederland en Engeland heeft de Noordzee een gemiddelde diepte van dertig meter. Golven draaien bovendien altijd naar de kust toe, golven die bijvoorbeeld uit een zuidwestelijke richting komen aanrollen, gaan uiteindelijk toch recht op het strand af.
Zandbanken
Overal vóór de Nederlandse kust liggen zandbanken. Op één kilometer uit de kust ligt de 3de zandbank. Op deze 3de zandbank breken de hele hoge golven. De iets lagere golven hebben hier geen last van en rollen hier gewoon overheen. Zij breken op de 2de zandbank, de 2de zandbank ligt iets dichter bij de kust. De nog kleinere golven slaan pas stuk op de 1ste zandbank. Alle golfjes die dan nog overblijven breken uiteindelijk op het strand. De niet-gebroken golven worden tussen de zandbanken weer wat minder steil omdat het water daar wat dieper is. Aan de Noordzee hebben de meeste windsurflocaties twee zandbanken. Als de waterdiepte onder de golf 1,3 maal de hoogte van de golf is, breekt deze golf. Op het moment dat een golf dus 1,00 meter hoog is, en het dal 1,50 meter diep, zal deze golf niet breken.
Stroming
Het getijde is verantwoordelijk voor de stroming in het water. Het water wordt aangetrokken door de zon en de maan, daarnaast geeft de centrifugaalkracht (veroorzaakt door de draaiing van de aarde) draaiing aan het zeewater. Bovendien beïnvloeden de vorm van de zeebodem en die van de kust de stroming van het water. Tijdens het opkomend tij (vloed) wordt er een hoeveelheid water verplaatst van zuid naar noord. Tijdens afgaand tij (eb) daarentegen wordt het water verplaatst van noord naar zuid. Het enige moment dat er geen stroming staat is rond hoog- en laagwater. Tijdens zuidwestelijke wind, ontstaat er een aanzienlijke vloedstroom. Hierdoor ontstaat er een kans dat je kunt afdrijven. Als de wind dan wegvalt, sta je te dobberen. De golven worden ook beïnvloed door hoog en laag water, echter dit is heel verschillend per locatie.
Branding
Als je gaat windsurfen op de Noordzee is de branding de eerste hindernis waar je doorheen moet. Als je een zogenaamde beachstart wilt maken, moet het water niet te ondiep zijn anders raak je met je vin de bodem. Vervolgens is het zaak om goed naar de sets te kijken. Als je laatste golf van de set breekt, maak je een beachstart. Het is dan zaak om snel snelheid te maken door ruime wind weg te pompen.